Een kleine groep Nederlandse veldrijders nam vorig weekend in het Amerikaanse Waterloo deel aan de eerste wereldbeker-veldrit van het seizoen. De 22-jarige Pete Uptegrove uit Sint-Michielsgestel was de meest opvallende naam in de selectie van bondscoach Gerben de Knegt. ‘Helaas had ik niet mijn beste dag in Waterloo’, blikt Uptegrove terug.
Omdat een aantal sterke Nederlandse veldrijders bij de bondscoach had aangegeven dat zij niet naar Amerika wilden reizen, had De Knegt vijf plekken over in zijn selectie. Daarom vroeg hij of er andere crossers waren die wél de oversteek wilden maken. Pete Uptegrove was de enige die op deze uitnodiging in ging.
Jetlag
In de nationale veldritten in Nederland weet Uptegrove, die deze winter samen met Klaas Groenen een eigen veldritteam heeft opgezet, regelmatig op het podium te rijden. Dit seizoen won hij bijvoorbeeld al de veldrit in Rhenen. Voor De Knegt reden genoeg om de jonge Brabander de kans te geven in de Amerikaanse wereldbeker-veldrit. Daarom stond hij samen met Lars van der Haar, Joris Nieuwenhuis, Ryan Kamp, Pim Ronhaar en David Haverdings namens Nederland aan het vertrek in Waterloo. ,,Ik ben op donderdag vertrokken en maandag weer teruggevlogen”, vertelt Uptegrove. ,,Toen we in Waterloo voor de eerste keer het parcours gingen verkennen, was het erg modderig. Maar op zaterdagmiddag werd het steeds droger. Op zondag was de omloop redelijk snel, met een paar zware stukken. Normaal ligt mij dat erg goed.” Uiteindelijk eindigde Uptegrove op een 33e plaats. ,,Misschien had ik last van een jetlag, maar het liep totaal niet in de wedstrijd. Jammer dat dit juist in deze wedstrijd in Amerika gebeurt. Maar ik heb wel wat UCI-punten verdiend. Daar was het mij vooral om te doen. Want hierdoor mag ik in de komende wedstrijden meer voorin starten.”
Optimaal presteren
Uptegrove begon op 7-jarige leeftijd met veldrijden bij Wielervereniging Schijndel. In die tijd werd hij ook een keertje Nederlands kampioen. In 2018 vertegenwoordigde hij ons land ook bij het EK veldrijden voor junioren in Rosmalen. Vorig seizoen werd hij ook geselecteerd voor de Nederlandse wereldbeker-veldritten in de Beekse Bergen en Hulst, waar Nederland als gastland met een aantal extra renners mocht starten. Toch heeft hij geen ambities om prof te worden. ,,Als ik in vorm ben, kan ik leuk meedoen. Maar ik ben geen wereldtopper”, aldus Pete. ,,Daarnaast heb ik ook gewoon een baan. Zolang ik er plezier aan beleef, ga ik zeker door met veldrijden. Maar ik wil binnen mijn mogelijkheden wel optimaal presteren. Ik heb geen zin om voor spek en bonen mee te rijden.” De komende maanden hoopt hij in de Nederlandse en Belgische veldritten weer regelmatig voorin te rijden in het paarse tenue van zijn nieuwe eigen ploeg. ,,Grona uit Vught en Honders/Alting Makelaars uit Oisterwijk zijn onze hoofdsponsoren en daarnaast hebben we nog een aantal andere bedrijven bereid gevonden om ons te ondersteunen. We gaan proberen om dit team in de komende jaren verder uit te bouwen.”